Le La – Regels voor lidwoorden in het Frans


Introductie

De Franse taal kent twee bepaalde lidwoorden in het enkelvoud: « le » voor woorden van het mannelijk geslacht en « la » voor woorden van het vrouwelijk geslacht. « Le » en « la » worden « l' » als ze een zelfstandig naamwoord voorafgaan die met een klinker of een stille « h » begint. In het meervoud krijgen alle zelfstandige naamwoorden het lidwoord « les ».

Degenen die Frans als moedertaal hebben weten welk lidwoord bij een zelfstandig naamwoord hoort. Echter, voor degenen waarvan Frans niet de moedertaal is, kan het lastig zijn om dit te leren. Hiervoor zijn namelijk geen harde regels, maar slechts enkele richtlijnen waarvan regelmatig wordt afgeweken.


 
 

1. Regels voor het mannelijk geslacht

De volgende woorden hebben een mannelijk geslacht:

Namen Voorbeelden
Bomen amandier, chêne, érable, pin
Talen français, anglais, allemand, espagnol, néerlandais, slovaque
Jaargetijden printemps, été, automne, hiver
Maanden janvier, juillet, décembre
Dagen van de week lundi, mardi, dimanche

Verder zijn woorden met de volgende uitgangen mannelijk:

Suffix Voorbeelden
-al journal, cheval
-eau cadeau, oiseau
-ement commandement, événement, retirement
-et paquet, robinet
-eur répondeur, ascenseur
-ier courrier, quartier
-k crack, tank
-lon papillon, melon, salon
-oir miroir, réservoir, savoir
-ron citron, macaron, vigneron
-sme capitalisme, cynisme, mécanisme
-ton bâton, canton, piéton

Woorden met de volgende uitgangen zijn meestal mannelijk, maar pas op voor uitzonderingen:

Suffix Voorbeelden Uitzonderingen
-age bagage, courage, garage cage, image, plage, rage
-c bloc, parc, tabac aérobic, fac
-d accord, canard, léopard barmaid
-g bourg, rang, sang santiag, tong
-in jardin, lapin, train fin, main
-iste hédoniste, motoriste liste, piste
-m album, denim, gram faim
-non canon, champignon, oignon guenon
-ome atome, idiome, syndrome cardamome
-t accent, aéroport, désert, mont, mot forêt, nuit, dent, part
-u bijou, château, niveau, pneu eau, peau, vertu
-us autofocus, jus, radius, virus Vénus

Zie ook Lidwoorden van landnamen.


 
 

2. Regels voor het vrouwelijk geslacht

Woorden met de volgende uitgangen zijn vrouwelijk:

Suffix Voorbeelden
-ade décade, olympiade, salade
-aison maison, raison, saison
-ance chance
-ée dictée
-ence science
-esse gentillesse
-euse copieuse
-ie vie
-ine marine
-ise surprise
-sion révision, télévision, version
-ssion admission, compression, passion
-té cité
-ue rue
-ure voiture

Woorden met de volgende uitgangen zijn meestal vrouwelijk, maar pas op voor uitzonderingen:

Suffix Voorbeelden Uitzonderingen
-ette courgette squelette
-tion correction, rédaction, orientation, question bastion
-ude altitude, étude, fraude coude, prélude

Zie ook Lidwoorden van landnamen.


 
 

3. Woorden met beide geslachten

Er zijn woorden die zowel mannelijk als vrouwelijk kunnen zijn. In sommige gevallen kan het geslacht de betekenis van het woord bepalen:

Mannelijk Vrouwelijk
le livre (boek) la livre (pond)
le page (jonge edelman) la page (pagina)
le tour (draai) la tour (toren)

In andere gevallen zijn beide geslachten mogelijk: après-midi, enzyme, interview.

Veel woorden voor personen en functies/beroepen hebben dezelfde spelling voor het mannelijk en vrouwelijk geslacht: architecte, diplomate, stomatologue.